De Tijdspiegel, Volumen11881 |
Dentro del libro
Resultados 1-5 de 81
Página 2
... want gevaar van ontdekking is er niet . Overal , waar de onmacht van den Staat , of een groot fortuin , dat tot het omkoopen van rechters in staat stelt , of het overwicht van mijn maatschappelijken rang , of ook de medeplichtigheid der ...
... want gevaar van ontdekking is er niet . Overal , waar de onmacht van den Staat , of een groot fortuin , dat tot het omkoopen van rechters in staat stelt , of het overwicht van mijn maatschappelijken rang , of ook de medeplichtigheid der ...
Página 7
... Want behoort elk persoon mede te werken tot de harmonie van het groot geheel , dan heeft ook inderdaad ieder persoon zich een- voudig als middel te beschouwen . Tevergeefs zou men trachten aan dit bezwaar te ontkomen door het doel ...
... Want behoort elk persoon mede te werken tot de harmonie van het groot geheel , dan heeft ook inderdaad ieder persoon zich een- voudig als middel te beschouwen . Tevergeefs zou men trachten aan dit bezwaar te ontkomen door het doel ...
Página 12
... Want wreken en straffen zijn nauw aan elkander ver- want , ook wanneer het de Staat is , die de straffen uitdeelt . doening van die behoefte blijft geheel onvruchtbaar . De schending van het recht , beweert men , moet hersteld worden ...
... Want wreken en straffen zijn nauw aan elkander ver- want , ook wanneer het de Staat is , die de straffen uitdeelt . doening van die behoefte blijft geheel onvruchtbaar . De schending van het recht , beweert men , moet hersteld worden ...
Página 20
... Want te denken geeft die stichting zeker . Het is maar zoo : aan onzen tijd , die trotsch is op zijne epitheta , verlicht , vrij , wordt een klap in het gezicht gegeven . We hebben maar niet te doen met een partijtje dompers , dat ...
... Want te denken geeft die stichting zeker . Het is maar zoo : aan onzen tijd , die trotsch is op zijne epitheta , verlicht , vrij , wordt een klap in het gezicht gegeven . We hebben maar niet te doen met een partijtje dompers , dat ...
Página 21
... Want laat ik het maar zeggen we staan eenigszins als vreemdelingen tegenover die stich- ting . We komen niet recht in dat streven . Onze wijze van de dingen te beschouwen , onze opvatting van godsdienst en recht , van de we- tenschap is ...
... Want laat ik het maar zeggen we staan eenigszins als vreemdelingen tegenover die stich- ting . We komen niet recht in dat streven . Onze wijze van de dingen te beschouwen , onze opvatting van godsdienst en recht , van de we- tenschap is ...
Otras ediciones - Ver todas
Términos y frases comunes
aarde algemeen alles altijd arme beginsel behoefte beide bekend belang bestaat beweging boek buiten deel dien Doch doel eenige eigen enkele gaan gebied gedachte geest geheel gelijk geluk genoeg geschiedenis geven gevoel geweest geworden ging goed groote hand handelen heer hetgeen hoofd houden huis hunne iets indien juist kerk kind kleine komen komt kracht kwam laatste land laten later leven licht liefde maakt maken meest menschen Mevrouw middel minder Minister moeder moest mogelijk mogen naam natuurlijk nemen nieuwe omdat ontwikkeling onze oude partij personen politieke recht Regeering roman schrijver slechts sociale steeds stond strijd terwijl toestand tusschen tweede vader verder vinden volgende volk vooral vorm vraag vrij vrijheid vrouw waarin waarop waarvan wanneer want weer weet weinig wereld werk wezen wijze wilde willen woord zaak zedelijk zeggen zeker zelfs zien zooals zoon zooveel zulk zullen
Pasajes populares
Página 310 - The labour of his body and the work of his hands we may say are properly his. Whatsoever, then, he removes out of the state that nature hath provided and left it in, he hath mixed his labour with, and joined to it something that is his own, and thereby makes it his property.
Página 310 - Though the earth, and all inferior creatures be common to all men, yet every man has a property in his own person. This no body has any right to but himself. The labour of his body, and the work of his hands, we may say, are properly his.
Página 290 - Denn eben wo Begriffe fehlen, Da stellt ein Wort zur rechten Zeit sich ein.
Página 65 - London, the town council of any borough for the time being subject to the act of the session of the fifth and sixth years of the reign of King William the Fourth, chapter seventy-six, intituled " An Act to provide for the Regulation of Municipal Corporations in England and Wales...
Página 310 - For this Labour being the unquestionable Property of the Labourer, no Man but he can have a right to what that is once joyned to, at least where there is enough, and as good left in common for others.
Página 230 - DE ZWANE Des hemels spiegel, mild en fris de lucht in 't ronde lavend, daar ligt de vijver maagdelik schoon in stillen zomeravond. En kalm in haren avondlust, bij 't zoet gesching der mane, ligt langzaam drijvend op het meer de dromerige Zwane. De dichterlike vogel mint het maagdelike water, en baadt wellustig, spiegelt, drinkt, aanhoort het lief geklater. En onbewust bemint hem 't meer en streelt zijn blanke veder, en klatert zacht en spiegelt hem zo teer zijn beeldnis weder. Doch weiger en bescheiden...
Página 77 - De leden der Staten-Generaal kunnen niet te gelijk zijn leden of procureur-generaal van den Hoogen Raad , noch leden van de Rekenkamer, noch Commissaris des Konings in de provinciën, noch geestelijken , noch bedienaren van de godsdienst.
Página 176 - ... door den Koning buitengewoon worden bijeengeroepen. De vergaderingen zijn openbaar, met hetzelfde voorbehoud als ten aanzien van de vergadering der Kamers van de Staten-Generaal is bepaald in art. 96. 127. De leden der Staten stemmen, elk volgens eed en geweten . zonder last van of ruggespraak met hen die benoemen.
Página 225 - Onze Helden van 1302. Eene studie over hunne daden en hunnen geest, in verband gebracht met de voortijden. Brugge, A. de Sutter-van Kerschaver, 1881, 8°. 2i96 Duclos Ad.. Jan Breidel en Pieter de Coninc in Juli 1302. Brugge, K. Beyaert-Storie, 1887, 12".
Página 230 - De dichterlijke vogel mint het maagdelike water, en baadt wellustig, spiegelt, drinkt, aanhoort het lief geklater. En onbewust bemint hem 't meer en streelt zijn blanke veder, en klatert zacht en spiegelt hem zoo teer zijn beeltnis weder. Doch weiger ' ) en bescheiden in bewondering verslonden, nooit heeft des vogels reine min die maagdelikheid geschonden.